Too Good To Go, wat is dat ook al weer?
Niemand vindt het leuk om te zien dat goed eten in de prullenbak belandt. Too Good To Go kan het ook niet langer aanzien dat meer dan 1/3 van het geproduceerde eten wordt weggegooid en is vastberaden dat er iets moet gebeuren. Altijd op een leuke en laagdrempelige manier. Via hun populaire app verbindt Too Good To Go winkels met overgebleven eten aan consumenten. Too Good To Go zet zich naast de app ook op verschillende plekken in de maatschappij in om impact te maken. Of het nu gaat om huishoudens, scholen, bedrijven of de politiek. Too Good To Go wil heel Nederland inspireren en motiveren om in actie te komen tegen voedselverspilling.
Jaren geleden zijn jullie een beweging gestart in het tegengaan van voedselverspilling. Waar ben je het meest trots op als je naar Nederland kijkt? Zie je echt beweging/verandering?
“In januari 2018 is Too Good To Go in Nederland van start gegaan. We begonnen toen met 25 aangesloten winkels in Amsterdam en we keken iedere minuut van de dag hoeveel maaltijden we samen al gered hadden. Nu, 4 jaar later, kijk ik ook nog iedere dag naar de cijfers en zie op dit moment 12 miljoen geredde maaltijden op de teller staan. Dat maakt me enorm trots! We hebben een gigantische community van zowel bedrijven als consumenten opgebouwd die laten zien achter onze missie te staan. Vandaag de dag bieden 6.000 partners hun overgebleven producten aan via de app en 2,5 miljoen consumenten hebben de app op hun telefoon staan. Ja, dan durf ik wel te spreken van een beweging die we op gang brengen.”
Hoe groot is het voedselverspillingsprobleem in Nederland?
“In Nederland wordt helaas nog altijd 2 miljoen ton eten per jaar weggegooid. Dat is meer dan ⅓ van al het eten wat geproduceerd wordt. Het is eigenlijk niet eens te visualiseren hoeveel dat is. Die enorme berg eten hoort op een bord en niet in de prullenbak. Wij hopen met onze app een schakel te vormen in de oplossing van dit probleem.”
Welk voedsel wordt nu het meest verspild en wat is hiertegen te doen?
“Voedselverspilling vindt op heel veel plekken in de keten plaats. Van boer tot bord. Maar als we specifiek kijken naar supermarkten dan is brood het meest verspilde product. Gelukkig zien we steeds meer bewustzijn en daarmee ook initiatieven die dit helpen te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan dynamische afbakplannen waardoor aan de voorkant beter geanticipeerd wordt op de behoefte, afprijzen aan het einde van de dag met stickers, ‘brood van gisteren’ aanbieden in daarvoor ingerichte bakken of het overgebleven brood aanbieden via een Brood Box van Too Good To Go. Allemaal opties die al ingezet worden om uiteindelijk tot 0 verspilling te komen.”
Minder voedsel verspillen is beter voor het milieu. Aan de andere kant zijn er mensen, gezinnen zelfs, die onder de armoedegrens leven afhankelijk van bijvoorbeeld de Voedselbank. Zij geven aan structureel minder voedsel gedoneerd te krijgen om gezinnen te helpen. Hoe kijk je hier tegenaan?
“Wij hebben groot respect voor het werk van de Voedselbank en zijn vaak juist een aanvullende oplossing naast de Voedselbank. Voedselverspilling in Nederland is een zeer omvangrijk probleem. Dit kunnen en willen wij dan ook niet alleen oplossen. We zien het aantal initiatieven groeien en kunnen ons voorstellen dat de Voedselbank die ontwikkelingen ook op de voet volgt. Maar wij zijn ervan overtuigd dat als al die initiatieven allemaal hun unieke schakel innemen, de oplossingen elkaar eerder aanvullen dan vervangen.”
Hoe zie je de komende 5 jaar op het gebied van voedselverspilling?
“Het thema voedselverspilling is gelukkig een steeds belangrijker thema bij consumenten en bedrijven. Daar werken ook wij hard aan. In 2015 is door de Verenigde Naties de mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030 vastgesteld. Daar staat in Sustainable Development Goal 12.3 dat voedselverspilling op retail- en consumentenniveau in 2030 gehalveerd wordt. Over 5 jaar naderen we die ‘deadline’. Als ik alle stappen zie die er nu worden genomen en focus houden op dit thema, dan denk ik dat we die doelstelling kunnen halen en over 5 jaar een positieve balans op kunnen maken.”
